W in de Wijk Flyer Bouwstenentraining
W in de Wijk Amstelveen – Kom uit de wijk van…
Lees ook de interviews met Greet en Irene
W in de Wijk Amsterdam + ondertiteling Nederlands
Samen werken aan herstel
W in de Wijk Amsterdam Zuid
Echt contact maken, daar gaat het om
Handboek
Mens tussen de mensen
Onderzoek
GGZ in de Wijk – verslag van een verkenning van de impact voor cliënten
Factsheet
GGZ in de Wijk, Amsterdam Zuid
De Groene Kans
De Groene Kans: Duurzaamheid als platform voor ontmoeting en inclusie
Spiegels in het welzijnswerk
Spiegels in het welzijnswerk: ervaringsdeskundigheid als gelijkwaardige kennisbron
Trainingsmateriaal
Bouwstenen voor een GGZ-vriendelijke wijk
Artikel
Gastvrijheid is ander gedrag leren begrijpen
Verhalenbundel
Verhalen over een wijk waar iedereen welkom is
Interview
Amsterdam-Zuid: een GGZ-vriendelijke wijk
Amsterdam/editie Oost
Gezien worden als mens tussen de mensen
Interview GGZ in de Wijk Oost
Terugkijken op een jaar GGZ in de wijk
Interview Oost
‘Achter elke vraag kunnen 10 vragen zitten’
Werken aan GGZ in de wijk – Osdorp
Onderzoek naar de implementatie van de werkwijze Mens tussen de mensen
Vanuit vertrouwen elkaar ontmoeten
Het succes van GGZ in de wijk in Nieuw-West na twee jaar
In zijn werk als wijkagent kwam Jeroen van der Schot geregeld mensen met GGZ-problemen tegen. Dat vond hij niet altijd makkelijk. Toen hij eind 2020 in contact kwam met de samenwerkende partijen van W in de Wijk – Combiwel, TEAM ED en GGZ inGeest/Prezens – ontstond dan ook al snel het plan om een Bouwstenentraining voor de politie op te zetten. “Als je onderkent dat er veel mensen zijn met een GGZ-achtergrond, kun het werk voor jezelf makkelijker maken en de mensen in de wijk beter helpen. Want als wijkagent moet je de kwaliteit hebben van alle mensen te houden, ook van de bijzondere mensen.”
Jeroen werkt al 25 jaar bij de politie. Tien jaar was hij wijkagent, waarvan de laatste vier jaar in Osdorp. “Als wijkagent ben je heel actief bij een wijk betrokken. Omdat je veelvuldig in een klein stukje Amsterdam aanwezig bent, zie je dingen die je niet ziet als je langsrijdt in een auto. Zo kwam ik in contact met mensen die zich meldden met vreemde verhalen of vreemd gedrag. Soms dacht ik: Wat stel je je aan. Tegelijk wilde ik problemen serieus nemen, dus ging ik in gesprek. Al wist ik in het begin vaak niet hoe.”
Probleem bespreekbaar maken
Vroeger vond Jeroen het lastig ‘het beestje bij de naam te noemen’, zoals hij dat zegt. “Nu weet ik dat het in negen van de tien gevallen helpt om bespreekbaar maken dat er misschien een GGZ-probleem is. Ik vraag nu: Ben je wel eens bij de dokter geweest voor dit probleem? Of heb je wel eens medicijnen gekregen? Het helpt om inzichtelijk te krijgen of het om GGZ-problematiek gaat of niet. Dat is wel koorddansen: hoe breng ik het dusdanig gematigd dat ik niet iemand krenk of boos maak, maar dat ik hem help in het denken in oplossingen.”
De samenwerking met GGZ inGeest ontstond vanuit veiligheidsoverwegingen. Medewerkers van GGZ inGeest vroegen de politie geregeld om ondersteuning. “Dan vonden ze het spannend om naar een bepaalde persoon toe te gaan en gingen wij mee”, vertelt Jeroen. “Andersom droeg de politie naar de GGZ te weinig aan, waardoor wijkagenten zich met problematiek bezighielden die beter ondergebracht kon worden bij GGZ inGeest. Toen is het idee ontstaan om een Bouwstenentraining voor de politie te maken, zodat we met elkaar de wijk beter kunnen ondersteunen bij de problemen van deze mensen.”
Opzet Bouwstenentraining
Jeroen bracht voor de training de casussen aan. “De pilottraining was bij ons team in Nieuw-West. Het plan was dat in Nieuw-West meer mensen van de politie de training zouden volgen, maar we werden tegengehouden door capaciteitsdruk. Een soortgelijke training wordt nu door de GGD gegeven. Daar is alleen geen ervaringsdeskundige bij betrokken en die maakte voor mij wel het verschil. De wijkagenten in Zuid volgen overigens wel de Bouwstenentraining van W in de Wijk.”
Karima werkte in de modewereld, een veeleisende omgeving. Tien jaar geleden kreeg ze een zoon. “Toen ben ik volledig onderuitgegaan, ik had een postnatale depressie en kreeg een psychose. De modewereld is niet de omgeving waar je open en bloot dit soort dingen deelt, dus hield ik mijn ziekte voor me. Ik kon het ook verbloemen voor mijn zoon, maar van binnen was het één grote ellende. Langzaam, met vallen en opstaan, ging het beter. Toch kreeg ik na vier jaar door veel stress en extreem slaaptekort weer een psychose. Ik ben door de politie in de boeien geslagen en uit huis gehaald. Dat heeft een enorme impact gehad.”
Karima werd opgenomen in een kliniek. “Ik dacht: Mijn leven is over. Later heb ik mezelf bij elkaar geraapt en ben ik via mijn trajectbegeleider van GGZ inGeest in aanraking gekomen met de training ‘Werken met je eigen ervaring’. Daar hoorde ik van TEAMED. ‘Dat is iets voor mij’, dacht ik meteen. Ik ben aangenomen als vrijwilliger en ging cliënten helpen als Vliegende Brigadier. Het was fijn om dat werk te doen. Ik snap mensen die kampen met GGZ-problemen, ik weet hoe het is.”
Door TEAMED kwam Karima ook in aanraking met W in de Wijk. “Ze zochten iemand die ervaringsdeskundige co-trainer wilde worden en zijn herstelverhaal wilde delen. Daarbij wilde ze ook een training speciaal voor politieagenten maken. Het was een grote wens van mij om daaraan mee te werken. Ik wilde een dialoog met de politie opzetten. Hoe kunnen we samen een uithuisplaatsing menselijker maken, zodat deze aan beide kanten beter te verhapstukken is? Want ook voor de politie is zo’n gebeurtenis pittig.”
Een politievrouw die Karima sprak zei: ‘Het is een mooi idee, maar heb je niet eerst iets uit te praten met de agenten die jou uit huis hebben gehaald?’ Karima heeft toen een gesprek gevoerd met één van de agenten die daarbij betrokken was. “Ik vertelde dat ik kalm was en dat ik mij pas begon te verweren toen zij mij in de boeien sloegen. Als ze anders hadden gehandeld, was er een redelijk iemand in mij geweest die rustig met hen mee was gegaan. Het was een goed gesprek, ik kon de gebeurtenis eindelijk een plek geven.”
Karima ging vervolgens trainingen gegeven in de wijk en bij de politie, samen met GGZ-coaches. “Het belangrijkste dat ik de deelnemers meegeef is: Erken de gedachten van degene die in de psychose zit. Ga er deels in mee, maar blijf zelf in de realiteit. In mijn geval had een agent kunnen zeggen: ‘Ik zie die camera’s en afluisterapparatuur niet, maar ik vind het vervelend voor je dat jij ze wel ziet.’ Vind een modus om iemand als mens te blijven zien. Praat niet over het hoofd van degene die de psychose heeft. Dat is vreselijk, want al ben je in de war, je bent er nog wel.”
In de trainingen is Karima heel open en stelt ze zich kwetsbaar op. “Dat werkt heel goed. Mijn doel is dat agenten door mijn verhaal anders gaan kijken naar mensen met een GGZ-achtergrond. Ik denk wel dat ze dat doen. Ik merk dat veel agenten na de training beseffen hoe ingrijpend het is als zij erbij worden geroepen. Dat ik daaraan kan bijdragen, is heel fijn. Ik weet waar ik vandaan kom, uit welke ongelofelijk diepe put. Ik ben trots dat ik zoiets negatiefs heb omgebogen naar iets positiefs.”
De naam Karima is gefingeerd.
“Als beheerder zie ik heel veel dingen als eerst”, vertelt Sandra. “Ik ben bijna iedere dag in het buurtcentrum, dus mensen kennen me. Daardoor komen ze snel naar mij met hun verhalen en vragen. Ik ben er voor ze en probeer iedereen te helpen. Als het nodig is, schakel ik daarbij met een coach van W in de Wijk.”
Coaching gevraagd
Sandra heeft lange ervaring als beheerder, eerst bij de Poelenburg in Zaandam en sinds 2018 bij de Kraaipan in stadsdeel Oost. In die hoedanigheid komt ze allerlei verschillende mensen tegen. Ze heeft meerdere trainingen gevolgd, vanuit het idee dat dat haar alleen maar sterker kan maken in haar werk, waardoor ze mensen beter kan helpen.
Eigen manier van aanspreken
Moni gaf Sandra nieuwe handvatten voor hoe zij mensen kan aanspreken. “Ik vertelde Moni dat ik deze meneer wilde helpen. Moni zei: ‘Dat is niet stap één. Als hij hulp wil, kun je het aanbieden. Maar eerst moet je hem duidelijk maken dat zijn gedrag ertoe leidt dat mensen zich onprettig voelen’. Ik moest hem duidelijk laten weten wat voor gedrag ik wens, wat onze regels zijn. Ik vond dat best spannend. Maar door de gesprekken met Moni weet ik beter wat ik kan doen en hoe ik het kan doen. En dat ik eerst moet kijken wie er voor me zit.”
Soms is dat nog steeds nog zoeken, vindt Sandra. “Maar dat geeft niet. Het zal nooit makkelijk zijn, want het zal nooit zo zijn dat je meteen weet wie er voor je zit. Iedereen is anders. Elke persoon vraagt een eigen manier van aanspreken. Ik ben wel meer gaan focussen op wat de ander wil, in plaats van meteen te handelen en te helpen.”
Inzetten voor gelijkwaardigheid
Sandra vindt het belangrijk dat ze de coach af en toe om advies kan vragen. “We hebben te maken met heel verschillende mensen, het is fijn dat je daarover kunt overleggen voor je het gesprek aangaat. Je krijgt soms maar één kans en die wil je niet verpesten. Wat ik daarbij vooral gemerkt heb, is dat mensen zich gehoord willen voelen door jou. Er moet gelijkwaardigheid zijn. Daar zet ik me voor in als beheerder.”
Doppy den Ouden